Religie op hakkeborden

Religie op hakkeborden en ander scheepssier centraal

Museum kerkelijke kunst opent met wisselexpositie

Op vrijdag 26 april is in de monumentale St. Werenfridus kerk op het Noard de wisselexpositie 2013 - met de titel ‘Behouden vaert, onder zeil op hoop van zegen’ - van het Museum kerkelijke kunst geopend. Het bestuur van het Museum prijst zich erg gelukkig met de toezegging van ds. W.B. Beekman, predikant van de PKN-gemeente Molkwerum en Warns, om zijn medewerking aan de feitelijke openingshandeling te verrichten. Voordat daartoe zal worden overgegaan, zal ds. Beekman, ook een gewaardeerd columnist in de zaterdageditie van de Leeuwarder Courant, het onderwerp van de tentoonstelling, namelijk Religie op hakkeborden en ander scheepssier, toelichten in een causerie. De aanleiding om in het Museum kerkelijke kunst een wisselexpositie onder de titel ‘Behouden vaert’ te houden, vormen de getuigenissen die er nog zijn van scheepsversieringen, die een religieuze achtergrond verraden. Bovendien bezit het Museum de in Fryslân unieke collectie beeldhouwwerken van de scheepsbouwer en houtsnijder Nanning Hendrik Bulthuis, die overigens permanent wordt tentoongesteld in de pastoor Drenth-zaal.

Met name de subtitel van de tentoonstelling ‘onder zeil op hoop van zegen’, zal bij velen het beroemde toneelstuk van Herman Heijermans ‘Op Hoop van Zegen’ in herinnering brengen, over de lotgevallen van een wrakke vissersschuit met die naam. Vele zeelieden voeren onder dat ‘gesternte’ uit en hoopten veilig terug te keren. Ook het dagelijkse werk werd vaak onder die spreuk verricht. Zoals blijkt uit Heijermans toneelstuk voeren veel (binnenvaart)schippers op schuiten die met de naam de Hoop, Hoop Op Zegen, Hoop op Welvaart, Eben Haëzer, Ora et Labora, Hoop doet Leven, etcetera, waren gedoopt, eveneens een godsdienstig ritueel. Niet te vergeten de molens en scheepswerven, die met dergelijke namen door het leven gingen

In dit kader kan de met de naam ‘de Hoop’ getooide Workumer scheepswerf nabij Séburch, worden aangehaald. Wellicht is dit de oudste in bedrijf zijnde werf voor houten schepen in Nederland. De ‘hoop’ is ook de enige eigenschap die niet uit de doos van Pandora ontsnapte. Als zinnebeeld voor de scheepvaart komt ‘de hoop’ voor in de gedaante van een vrouw met (Noachs) duif op de hand en steunend op een anker. Men treft deze godin aan geschilderd en gebeeldhouwd op schepen en (gilde)voorwerpen, die er mee te maken hebben. De St. Gertrudiskerk op de Merk in Workum, de vroegere parochiekerk, bezit een paar fraaie relieken van het Grootschippers- en Schippersgilde, namelijk de bij dit gilde in gebruik geweest zijnde doodsbaren. En daarop komt ‘de hoop’ prominent voor. De Van Nelle zware shag, gekscherend door gebruikers als matrozen, havenarbeiders, soldaten en burgers geduid als ‘het haar van de Weduwe’, heeft op de verpakking, het builtje, een beeld van ‘the Rising Hope’ afgebeeld. Eveneens komt de ‘hoop’ voor in vele kerkzegels, o.a. in dat van de vroegere Hervormde Gemeente Workum. Meestal verkeert ze dan in gezelschap van dames die het Geloof en de Liefde vertegenwoordigen, zoals in de bijbel in 1 Corinthiërs XIII : 13 genoemd. Raakvlakken genoeg dus tussen religie, scheepvaart en de kunst. Voor het samenstellen van deze tentoonstelling kon het Museum kerkelijke kunst nogal wat topstukken aantrekken uit de vele scheepssierattributen in de collecties van het Fries Scheepvaart Museum uit Sneek en het Zuiderzeemuseum uit Enkhuizen.

pastoor_Janning.jpg

Achterkant van een prikslee uit 1693. Deze komt uit de collectie van Warkums Erfskip.