Beleidsplan

Museum kerkelijke kunst te Workum uitgaande van de Pastoor Janning Stichting

Beleidsplan 2012 t/m 2016

Hoofdstuk I.

Inleiding Dit is het derde beleidsplan van het Museum kerkelijke kunst te Workum. Het plan is opgemaakt in het begin van 2012 en is geldig tot eind 2016. Het museum ontleent zijn bestaan aan de nalatenschap van wijlen J.H. Janning, pastoor te Workum van 1965 tot aan zijn dood in 1980. Pastoor Janning was een kunstzinnig mens, die zelf graag en veel schilderde, maar hij was ook een verwoed verzamelaar van kerkelijke kunst- en gebruiksvoorwerpen. De collectie bestond uit naïeve schilderijen, voornamelijk van eigen hand, en zijn verzamelingen. Het museum is een initiatief van de Pastoor Janning Stichting, die is opgericht op 30 maart 1983. De collectie van pastoor Janning is in de loop der jaren aanzienlijk uitgebreid en wel vooral door schenkingen en een aantal aankopen. Van de vele voorwerpen mag zeker de schenking van de Bulthuiscollectie worden genoemd. Bij het schrijven van dit beleidsplan zijn zoveel mogelijk de richtlijnen van het Landelijk Contact Museumconsulenten gevolgd. In grote lijnen zullen in dit beleidsplan aan de orde komen de plannen, die ontwikkeld zijn voor de komende vijf jaren.

Hoofdstuk 2.

De doelstelling a. De collectie van het Museum kerkelijke kunst tentoonstellen, beheren, onder-

  • zoeken en uitbreiden.

b. Het uitbreiden van de collectie door een goed verzamelbeleid.(Zie hoofdstuk

  • 4, verzamelbeleid).

c. Het toegankelijk maken van de collectie door inventarisatie, registratie, docu-

  • mentatie, publicatie en presentatie.

d. Het verstrekken van informatie met betrekking tot de collectie. e. Het mogelijk maken van bezichtiging van de St. Werenfriduskerk.

Met deze doelstellingen voldoet het museum aan de ICOM- definitie, die luidt:

Een museum is een permanente instelling in dienst van de gemeenschap en haar ontwikkeling, toegankelijk voor publiek, niet gericht op het maken van winst, die de materiële getuigenissen van de mens en zijn omgeving verwerft, registreert, documenteert en wetenschappelijk onderzoekt, behoudt en presenteert voor doel- einden van studie, educatie en genoegen.

Door de Stichting Het Nederlande Museumregister is sinds 9 april 2010 voor op-nieuw een periode van tenminste vijf jaren aan het museum het certificaat “Gere-streerd Museum” toegekend.

Hoofdstuk 3.

Realisering, status en beheer.

Huisvesting.

Het museum is sedert 1983 gevestigd in de pastorie behorende bij de Sint Weren-friduskerk. De pastorie was het woonhuis van pastoor Janning. De pastorie is even oud als de kerk en dateert van 1877. De architect van de kerk en pastorie is Alfred Tepe, afkomstig uit Duitsland en lid van het St. Bernulphusgilde. Dit gilde, dat op 1 december 1869 was opgericht, verenigde een aantal kunstenaars, onder wie vooral priesters. Het doel was de kerkelijke kunst tot nieuw leven te brengen, geïnspireerd op Middeleeuwse voorbeelden. In tegenstelling met de bekende bouwmeester Cuypers, die alles zelf strak in de hand wilde houden, prefereerde Alfred Tepe samenwerking met andere kunstenaars zoals glazenier Geuer, beeldhouwers Brom en Mengelberg. Het kerk- en pastoriegebouw zijn in 2002 en 2003 geheel gerestaureerd. Tegelijk met deze restauratie zijn ook interne verbeteringen en verbouwingen gerealiseerd zodat het museum nu aan de eisen van deze tijd voldoet. Zo zijn er grotere en efficiëntere tentoonstellingsruimtes gerealiseerd. Zowel beneden, als op de eerste verdieping zijn toiletten aangebracht, waaronder een invalidentoilet. een lift, nieuwe centrale verwarming en zijn nieuwe gas-, water- en elektrische-leidingen aangelegd. Met deze verbouw/restauratie is het in het beleidsplan 2001 – 2006 opgenomen beleidsvoornemen tot aanpassing van het museumgebouw gerealiseerd. De totale oppervlakte van de expositieruimte is nu ongeveer 350 m2 en van het depot 110 m2.

Verzekering.

Het pand is eigendom van de parochie Sint Werenfridus te Workum en wordt gehuurd door de stichting voor een periode van telkens 10 jaar. Het pand is verzekerd door de eigenaar. De vrijwillige medewerkers zijn verzekerd via een collectieve ongevallenverzeke-ring via de gemeente Súdwest-Fryslan. Tevens is het museum tegen Wettelijke Aansprakelijkheid verzekerd. De objecten in eigendom zowel als in bruikleen zijn verzekerd tegen brand en dief-stal met braak.

Automatisering.

Dankzij een provinciale en gemeentelijke subsidie kon in 2005 een computer / laptop en een fototoestel worden aangeschaft en kon een begin worden gemaakt met digitale registratie van de objecten. Met de aanschaf van de computer werd het automatiseringsplan 2001 / 2006 gerealiseerd. De gehele collectie is geregistreerd en ook de nieuwe schenkingen en aankopen worden regelmatig geregistreerd.

Marketing.

De verschillende doelgroepen van het museum zijn de bewoners van de gemeente en toeristen. In het algemeen mensen die geïnteresseerd zijn in religieuze kunst- en gebruiksvoorwerpen en het streekeigene dat het museum te bieden heeft.

Promotie.

Het museum heeft een eigen website www.kerkelijkekunst.workum.nl. En ook op de websites www.friesekultuur.nl, www.musip.nl en www.workum.nl staat het mu-seum vermeld. Promotie vindt ook plaats via raambiljetten en folders met daarnaast publicaties en presentaties zo mogelijk in samenwerking met andere musea en cultuurinstellingen. Daartoe is o.a. de Stichting Samenwerking Musea Zuidwest Friesland, waarin ook ons museum is vertegenwoordigd, opgericht. Met de oprichting van deze stichting is een belangrijke stap gezet in een betere samenwerking met en de promotie van de musea in deze regio

Toegang.

Bezoekers met een Museumkaart en kinderen tot 12 jaar hebben gratis toegang. Kinderen van 12 tot en met 17 jaar hebben tegen gereduceerd tarief toegang tot het museum. Groepen kunnen een rondleiding bespreken. De vrijwilligers van het mu-seum verzorgen tevens de openstelling van de St. Werenfriduskerk gedurende het zomerseizoen. Het museum is rolstoelvriendelijk. Zo nodig kan gebruik worden gemaakt van een in het museum aanwezige rolstoel, lift en invalidentoilet.

  • Hoofdstuk 4.

Collectieplan.

Het was wijlen pastoor Johannes Hendrikus (Hein) Janning, die begonnen is om de collectie van wat later het museum zou worden, bijeen te brengen. In de jaren zestig woei een moderniseringswind door de Rooms Katholieke Kerk. In de tijd van Paus Johannes de 23ste was er een neiging tot versobering van het kerkinterieur. Het was pastoor Janning, die toen begreep dat met deze vernieuwingsgolf veel kostbare kerkelijke kunst verloren dreigde te gaan. Vandaar dat hij zich inspande om wat her en der als overbodig werd beschouwd en hij als waardevol ervoer naar de Workumer St. Werenfriduskerk te halen ter conservering en behoud. Zo was pastoor Janning bijzonder trots op de verwerving van glas-in-lood ramen uit Nieuw Schoonebeek, zijn geboortestreek. Uit de toenmalige D.D.R. wist hij de hand te leggen op een zeer waardevolle lambrisering, die geplaatst is in de zijkapel. Hierbij zijn schilderijen van Rafaël en de gebroeders Van Eijk in houtsnijwerk uitgebeeld. In de loop der jaren is de oorspronkelijke collectie uitgebreid met een aantal objecten, die voor Workum zelf een bijzondere culturele waarde hebben. De Workumer Kamer, die in bruikleen is afgestaan door het Fries Museum te Leeuwarden, neemt een prominente plaats in in het museum. Weliswaar valt de kamer niet onder het hoofdverzamelgebied kerkelijke kunst, maar het is door de historische band met Workum zeker op zijn plaats. Dat geldt ook voor het werk van de in Workum geboren kunstenaar Tjipke Visser, dat ook door het Fries Museum in bruikleen is afgestaan.

Eigendom van de collectie.

De collectie bestaat uit voorwerpen, die eigendom zijn van de Pastoor Janning Stichting of die in langdurig bruikleen zijn verkregen van o.a. het Fries Museum , het bestuur van de St. Werenfridusparochie en van particulieren. Aan de Sint Werenfridusparochie te Workum en aan de Sint Martinusparochie te Makkum zijn voorwerpen voor langere tijd in bruikleen gegeven.

Cultuurhistorische waarde.

Bij het bepalen van de cultuurhistorische waarde per deelcollectie spelen ver- schillende factoren mee. Enerzijds is de collectie binnen de Workumse context uniek. Anderzijds spelen bij de bepaling een subjectieve waardebepaling mee die ingegeven wordt door religieuze waarden en persoonlijke band met de initiatief-nemer. Deze emotionele band met het eigen verleden is vooral van grote waarde voor de bezoekers uit de regio, waarvan velen pastoor Janning nog persoonlijk hebben gekend. Het bestuur van dit museum is zich hiervan bewust en tracht de collectie realistisch en objectief te beoordelen. Op deze wijze is het mogelijk duidelijk te maken aan derden welke elementen in de collectie werkelijk bijzonder zijn en waarom.

Categorieën.

De museumobjecten zijn in verschillende categorieen ingedeeld. t.w.

Kerncollectie.

De kerncollectie bestaat uit kerkelijke kunst- en gebruiksvoorwerpen. Tot de kerncollectie behoren ook de schilderijen van pastoor Janning, de grondlegger van het museum.

Deelcollecties die niet tot de kerncollectie behoren.

Inventarisnummers.

Om een helder inzicht te krijgen in de samenstelling van de collectie is getracht de collectie in te delen in overzichtelijke, hanteerbare deelcollecties. Met een deelcollectie wordt bedoeld een cluster objecten, die op en bepaalde wijze met elkaar samenhangt. Het uitgangspunt vormt een thematische benadering. Het registratienummer vermeldt een Romeins cijfer, dat aangeeft bij welke deelcollectie het voorwerp behoort. De deelcollecties zijn: I Beelden II Schilderijencollectie III Liturgische kleding IV Lambrisering kapel V Zilveren voorwerpen VI Vaandels VII Boeken/kenniscentrum VIII Meubilair IX Aardewerk/tegelcollectie X Bulthuiscollectie XI Workumer Kamer. De deelcollecties staan vermeld op de website www.musip.nl. Deze site biedt iedereen de gelegenheid te zoeken naar deelcollecties van Nederlandse musea. De MusIP-categoriën kunnen als volgt worden gedefinieerd: I. Top van de collectie, de pronkstukken; II. Kerncollectie, actief presentatie- en verzamelbeleid; III. Depotcollectie, mag niet weg en

  • IV.Afstoten, past niet binnen doelstelling museum.

Er is een register waarin uitgeleende voorwerpen worden genoteerd. Bij binnenkomst worden nieuwe voorwerpen opgenomen in het register. Het complementeren van de gegevens. Door de aanschaf van literatuur wordt de documentatie op peil gehouden.

Collectieregistratie

Via het computerprogramma Adlib zijn vanaf 2006 alle objecten digitaal geregi-streerd.

Afstotingsbeleid

Dubbele exemplaren alsmede die voorwerpen, die niet representatief zijn voor onze collectie, zulks ter beoordeling van het bestuur, worden afgestoten. Hierbij wordt de gedragslijn voor museale beroepsethiek aangehouden.

Wervings- en aankoopbeleid.

Er wordt naar gestreefd goederen te verwerven of aan te kopen, die passen in het collectieplan en die betrekking hebben op de doelstelling van het museum, namelijk het tentoonstellen, conserveren en bewaren van kerkelijke kunst- en cultuurhistorische voorwerpen in het algemeen en die van Workum in het bijzon- der. Het dagelijks bestuur beslist zoveel mogelijk bijgestaan door deskundigen. Er wordt een register bijgehouden van in- en uitgaande stukken c.q. voorwerpen.

Beleidsvoornemens Hoofdstukken 1 t/m 4

Verdere samenwerking met andere culturele instellingen in Zuidwest Fryslân. Het museum streeft er naar alleen de waardevolle objecten die een aanvulling op de collectie zijn in eigendom of in langdurig bruikleen te verwerven. Bij het verwer-ven in bruikleen wordt de door de Museumfederatie voorgestelde overeenkomst ge- hanteerd. Het aankoopbeleid is vooral gericht op kerkelijke kunst- en gebruiksvoor-werpen.

Hoofdstuk 5.

De behoudstaak

De behoudstaak omvat alle handelingen om objecten te beveiligen, te conserveren en te restaureren.

Passieve conservering.

Toestand gebouw. De toestand van het gebouw is dankzij de restauratie / verbouwing in 2002 / 2003 vrijwel optimaal.

Kwaliteit binnenklimaat. Temperatuur en luchtvochtigheid worden regelmatig gemeten o.a. met behulp van een eigen thermohygrograaf en bevinden zich redelijk binnen de vereiste grenzen. Voor de thermohygrograaf is een jaarlijks onderhoudsabonnement afgesloten met de Museumfederatie Fryslân. De luchtvochtigheid wordt in de hand gehouden door middel van meerdere luchtontvochtigers. De temperatuur in het museum is voldoende te regelen d.m.v. een thermostaat.

Lichtbeheersing. Aan de lichtbeheersing is in de afgelopen jaren aandacht besteed. Zo zijn uitslui-tend UV-arme lampen aangebracht, zijn de ramen voorzien van UV- werende folie en worden buiten de openingstijden de luiken voor de ramen gesloten. Verder is de verlichting op de eerste etage voorzien van bewegingscensoren zodat de ver-lichting daar alleen brandt wanneer daar bezoekers zijn.

Depot . De tweede verdieping wordt gebruikt als depot. Het depot voldoet aan de hier- boven genoemde eisen. Kostbare gewaden zijn opgeborgen in zuurvrije dozen.

Onderhoud ruimten. Vrijwilligers onderhouden de ruimten.

Controle. Bij binnenkomst worden objecten gecontroleerd op conditie, schimmels, hout-worm e.d. en zo nodig afgezonderd bewaard en behandeld.

Aanwinsten. In het algemeen bestaan aanwinsten uit schenkingen van particulieren en parochies. Zij moeten voldoen aan de criteria genoemd in hoofdstuk 4 onder Wervings- en aankoopbeleid.

Actieve conservering en restauratie.

Onder actieve conservering wordt verstaan het geheel van maatregelen dat er op gericht is de toestand van het voorwerp te consolideren, verval tegen te gaan of te verhinderen. Zo zijn in 2010 twee waardevolle vaandels door de Restauratie-afde-ling van de Universiteit van Amsterdam gerestaureerd. De Bulthuiscollectie is ondergebracht in vitrines voorzien van computergestuurde klimaatbeheersing.

Beveiliging/ Brandbeveiliging. Het museum is voorzien van brandblusapparatuur en rookmelders. Maatregelen tegen diefstal en inbraak. Alle deuren en ramen zijn voorzien van inbraakbeveiliging. Daarnaast heeft het museum een alarminstallatie met een sirene, lichtsignalen en een stil alarm.

Beleidsvoornemens Hoofdstuk 5.

Restauratie c.q. reparatie objecten, waarbij speciale aandacht aan de liturgische kleding en vaandels moet worden besteed. Voor de voorgenomen restauratie van nog een aantal vaandels is de deskundigheid van de Restauratie-afdeling van de Universiteit van Amsterdam ingeroepen. Uit eigen middelen en uit te benaderen fondsen zullen opnieuw gelden voor dit doel worden aangewend. Er wordt gewerkt aan het opstellen van een Veiligheids- en calamiteitenplan voor ons museum. Ook wordt gewerkt aan verdere deskundigheidsbevordering van onze vrijwilligers

Hoofdstuk 6.

Documentaire taak.

Het registreren van de voorwerpen in het museum. Het toegankelijk maken van de gegevens via de in hoofdstuk 3 genoemde websites, folders en tijdelijke exposities. Het complementeren van de gegevens met literatuur, foto’s en relevante informatie. Het registreren van de voorwerpen en het vastleggen van de gegevens is noodzakelijk voor het toegankelijk maken van de collectie voor informatieve doeleinden, studiemogelijkheden, vragen over eigendomsrecht als mede uit veiligheidsoverweging

Beleidsvoornemens hoofdstuk 6.

Aanschaf literatuur en het zo nodig inschakelen van deskundigen.

Hoofdstuk 7.

De publiekstaak

Positionering: De Zuidwesthoek van Fryslân is een geliefd gebied voor toeristen. De gemeente

Súdwest-Fryslân telt diverse musea o.a. in Workum. In Workum bevinden zich naast het Museum kerkelijke kunst het welbekende “Jopie Huisman Museum” en het museum “Warkums Erfskip”. Het Jopie Huisman Museum is een permanente tentoonstelling van werken van de schilder Jopie Huisman. Warkums Erfskip richt zich op de geschiedenis van voornamelijk Workum. Overlappingen in het verzamelbeleid vormen de afbeeldingen en voorwerpen, die betrekking hebben op de geschiedenis van Workum. Men kan hierbij ook denken aan de Workumer Kamer.

Workum is zowel over de weg (auto, bus), met de trein, als over het water (recrea-tie, rondvaartboten) goed bereikbaar. De in 2004 geplaatste bewegwijzering naar het museum vanuit het centrum is duidelijk. Het museum wordt niet door ANWB borden aangegeven.

Toegankelijkheid. Het museum is sinds de verbouwing / restauratie in 2002 / 2003 rolstoelvriendelijk met o.a. brede deuren, een lift en geen drempels. Door het Nederlands Revalidatie-fonds is een rolstoel beschikbaar gesteld.

Voorzieningen voor het publiek. Bij de ingang is een informatiebalie tevens verkooppunt van entreekaarten en een bescheiden museumwinkel aanwezig. In het museum zijn toiletten aanwezig waar-onder een invalidentoilet.

Openstelling. Het museum is geopend van omstreeks 15 mei tot omstreeks 15 september, ‘s maandags tot en met ‘s zaterdags van 11.00 uur tot 17.00 uur en op afspraak. Ook is het museum in de herfstvakantie (2 weken) en tijdens het Open Museumweekend geopend.

De presentatie van de collectie. De vaste presentatie is overzichtelijk gerangschikt. Relevante informatie in de zalen wordt gegeven op tekstborden. Er is een infoblad behalve in het Nederlands ook in het Fries, tevens in het Frans, Duits en Engels als wegwijzer voor zowel de kerk als voor het museum. Desgewenst kan voor een rondleiding worden gezorgd.

In het museum zijn de volgende ruimten. Op de begane grond:

- balie - ruimte voor wisselende exposities - de schilderijengalerij  de Workumer Kamer.

Op de eerste verdieping: - de Bulthuiscollectie  de zilverkamer I en II  achterste kamer (voor wisselexposities)

Op de tweede verdieping: - depot.

Publiek. Individuele bezoekers komen deels uit de omgeving, deels uit de tijdelijke toeris- tische bevolking. Workum is een recreatief centrum in de Zuidwesthoek, dat in de zomermaanden door veel recreanten wordt aangedaan.Verenigingen, die in groeps-verband het museum bezoeken, kondigen in de regel zich van te voren aan, zodat in het museum genoeg vrijwilligers aanwezig zijn voor een eventuele rondleiding. Voor basisschoolleerlingen is een speurtocht door het museum beschikbaar.

Publiekswerving. Deze vindt plaats d.m.v. diverse websites (zie hoofdstuk 3), folders, affiches, ad-vertenties, contacten met regionale VVV, de regionale kranten en omroepen.

Beleidsvoornemens Hoofdstuk 7

Het organiseren van tijdelijke tentoonstellingen en wel één keer per jaar. Publiekswerving in samenwerking met andere Workumer musea en culturele instellingen en met de Stichting Samenwerking Musea Zuidwest Friesland. Het opzetten van doe-activiteiten. Een dvd museum laten vervaardigen.

Hoofdstuk 8.

Bestuur en medewerkers. Bij notariële akte is op 30 maart 1983 opgericht de Pastoor Janning Stichting ge-vestigd te Workum. Bij notariële akte van 14 november 2005 zijn de in 1983 op-gemaakte en inmiddels sterk verouderde statuten aangepast aan de tegenwoordige inzichten. Het bestuur bestaat minimaal drie personen. Eén lid wordt door de familie Janning benoemd. De stichting onderhoudt en bestuurt het Museum kerkelijke kunst. De verantwoording berust bij het bestuur van de stichting. Het bestuur treedt op als vertegenwoordiger van het museum. De samenstelling van het huidige bestuur is per januari 2012 als volgt: Voorzitter Bouwe Rijpma Secretaris Diet Albersen Penningmeester Cobie Wesselius-Stellingwerff Lid Margreth Eikens, namens de familie van wijlen pastoorJanning Lid Wim Bootsma Nieuwe bestuursleden worden aangezocht door het zittende bestuur.

In het museum worden diensten verricht door vrijwilligers. Deze diensten bestaan uit: kaartverkoop, rondleiding en schoonmaakwerkzaamheden. In het voor- en najaar ontvangen de ruim 45 vrijwilligers een Nieuwsbrief, die samengesteld wordt door het bestuur en waarin mededelingen en wetenswaardig- heden over het museum worden verteld. Jaarlijks wordt het museumseizoen afgesloten met een bijeenkomst van de bestuursleden met de vrijwilligers.

Beleidsvoornemens Hoofdstuk 8 Het aanwerven van voldoende en enthousiaste vrijwilligers en indien nodig bestuursleden.

Hoofdstuk 9. Financiering

Exploitatie. Om de exploitatie rond te krijgen zijn de meeste musea aangewezen op subsidie-bijdragen, daar de eigen inkomsten de kosten niet dekken. Zo ook dit museum. De Gemeente Súdwest-Fryslân verstrekt aan het museum op dit moment een jaarlijkse financiële bijdrage.

Het museum kent een kleine bron van inkomsten te weten de verkoop van informatiemateriaal, ansichtkaarten en rozenkransen, schenkingen en legaten, als- mede de entreegelden. Financiële gegevens. Jaarlijks wordt een rekening opgemaakt bestaande uit een winst- en verliesreke- ning, een eindbalans en een bijbehorende toelichting.

Beleidsvoornemens Hoofdstuk 9 Verhoging van de Gemeentelijke subsidie. Zo mogelijk het vinden van sponsors en donateurs, eventueel het oprichten van een vriendenkring.

Hoofdstuk 10 Samenwerking met andere musea en culturele instellingen In Workum zijn naast ons museum nog een aantal musea c.q. culturele instellingen gevestigd. Het zijn: 1. Handweverij ’t Skil 2. De St. Gertrudiskerk 3. Kunsthuis Kort 4. Museum Warkums Erfskip 5. Galerie Ada Stel 6. Galerie Berger 7. Galerie Noardwal 8. Pottenbakkerij Kunst 9. Het Jopie Huismanmuseum 10.Atelier Bauke Feenstra 11.Koch Pottery 12.Galerie Piets Althuis 13.Galerie De Vereeniging 14.De Halve zwaan 15.Kesk-Art 16.Kunstenaars verenigd in : Kunst in Workum 17.De St. Werenfriduskerk. Tussen deze musea en instellingen bestaat een vrijwillige samenwerkings-verband om elkaars plannen te vergelijken en om gemeenschappelijke projecten te bespreken. Bij dit laatste valt te denken aan gemeenschappelijk folders, bewegwijzering en sponsoring van gemeenschappelijke activiteiten.

  • Ons museum is lid van de Museumfederatie Fryslân en van de Nederlandse Museumvereniging. Ons museum heeft een aantal objecten in bruikleen van het Fries Museum.

Beleidsvoornemens Hoofdstuk 10

In het algemeen de samenwerking tussen de musea en culturele instellingen bevorderen.