Diff for "Museum kerkelijke kunst bestaat 30 jaar"

Differences between revisions 2 and 4 (spanning 2 versions)
Revision 2 as of 2013-06-20 19:30:40
Size: 4156
Editor: AndreZwake
Comment:
Revision 4 as of 2015-04-23 20:11:15
Size: 3260
Editor: AndreZwake
Comment:
Deletions are marked like this. Additions are marked like this.
Line 1: Line 1:
Op 30 maart 1983, nu meer dan dertig jaar geleden, richtten vanuit verschillende delen van de stad een aantal heren en dames hun schreden naar het grote statige herenhuis aan het Noard van voorheen de familie Gaastra, de koffie- en theehandelaren. Maar al enkele decennia had het huis de notaris van Workum woonruimte geboden en was er tevens zijn kantoor in gevestigd. Op die bewuste 30e maart, de naamdag van St. Quirinus, was notaris Fokke Tuinstra met zijn gezin de bewoner van het pand. De bezoekers vervoegden zich bij hem om het Museum kerkelijke kunst op het Noard daadwerkelijk op te richten en dat geschiedde middels het passeren van de oprichtingsacte. De toen opgerichte Stichting, die nog immer het Museum exploiteert, kreeg de naam van de initiator, pastoor Jan Hein Janning, priester in Workum, geboren op 15 juli 1914 in Nieuw-Schoonebeek. Een groot gedeelte van zijn werkzame leven verzamelde pastoor Janning kunstobjecten, die vooral te maken hadden met het R.K. geloof. En nadat hij in 1965 ‘onze’ pastoor was geworden kreeg ook het daadwerkelijke scheppingsvirus hem in de macht. Hij volgde een schriftelijke cursus Tekenen en Schilderen in Amsterdam, bij het Nederlandse ‘filiaal’ van de Amerikaanse (Westport Connecticut) Famous Artists School, waaraan o.a. Albert Dorne, Ben Stahl, Robert Fawcett, George Giusti, Fred Ludekens en de in Nederland vanwege zijn humoristische voorplaten van de Panorama bekende Norman Rockwell als oprichters/docenten waren verbonden. Honderden schilderijen - van de later landelijk als naïeve schilder bekendstaande pastoor - vervaardigde hij in zijn relatief korte kunstenaarsbestaan, want in 1980 overleed deze priester plotseling. Op zondag 18 mei, de dag van de heilige Efrem de Syriër, die naar verluidt de ‘uitvinder’ is van de kerkmuziek, kwam, terwijl hij net de klokken (!) van ‘zijn’ Werenfridus in werking had gesteld om de parochianen te herinneren aan - en op te roepen tot het bijwonen van - de zondagse eredienst, geheel onverwacht een einde aan het aardse bestaan van pastoor Janning. Hij mocht het niet beleven zijn al lang geuite wens om zijn verzameling (kerkelijke) kunstschatten in een museum ten toon te kunnen stellen in vervulling te zien gaan. Gelukkig waren er een aantal Workumers, Joop Beuker, Thijs de Vries, Eeuwe Riemersma en Piet Postma en namens de familie Janning Jo Harbers, en de dames Catharina de Boer-Witteveen en Alie Dijkstra-Nieuwland, die erin slaagden zijn wens te realiseren, zoals in de aanhef vermeld. Overigens waren de heren Riemersma, Harbers en Postma ruim dertig jaar het gezicht van het Museum.
Line 2: Line 3:
Op 30 maart 1983, nu ruim dertig jaar geleden, richtten vanuit verschillende delen van de stad een aantal heren en dames hun schreden naar het grote statige herenhuis op het Noard van voorheen de familie Gaastra, de koffie- en theehandelaren. Maar al enkele decennia had het huis de notaris van Workum woonruimte geboden en was er tevens zijn kantoor in gevestigd. Op die bewuste 30e maart, de naamdag van St. Quirinus, was notaris FokkeTuinstra met zijn gezin de bewoner van het pand. De bezoekers vervoegden zich bij hem om het Museum kerkelijke kunst op het Noard daadwerkelijk op te richten en dat geschiedde middels het passeren van de oprichtingsacte. De toen opgerichte Stichting, die nog immer het Museum exploiteert, kreeg de naam van de initiator, pastoor Jan Hein Janning, priester in Workum, geboren op 15 juli 1914 in Nieuw-Schoonebeek. Een groot gedeelte van zijn werkzame leven verzamelde pastoor Janning kunstobjecten, die vooral te maken hadden met het R.K. geloof. En nadat hij in 1965 ‘onze’ pastoor was geworden kreeg ook het daadwerkelijke scheppingsvirus hem in de macht. Hij volgde een schriftelijke cursus Tekenen en Schilderen in Amsterdam, bij het Nederlandse ‘filiaal’ van de Amerikaanse (Westport Connecticut) Famous Artists School, waaraan o.a. Albert Dorne, Ben Stahl, Robert Fawcett, George Giusti, Fred Ludekens en de in Nederland vanwege zijn humoristische voorplaten van de Panorama bekende Norman Rockwell als oprichters/docenten waren verbonden. Honderden schilderijen - van de later landelijk als naïeve schilder bekendstaande pastoor - vervaardigde hij in zijn relatief korte kunstenaarsbestaan, want in 1980 overleed deze priester plotseling. Op zondag 18 mei, de dag van de heilige Efrem de Syriër, die naar verluidt de ‘uitvinder’ is van de kerkmuziek, kwam, terwijl hij net de klokken (!) van ‘zijn’ Werenfridus in werking had gesteld om de parochianen te herinneren aan - en op te roepen tot het bijwonen van - de zondagse eredienst, geheel onverwacht een einde aan het aardse bestaan van pastoor Janning. Hij mocht het niet beleven zijn al lang geuite wens om zijn verzameling (kerkelijke) kunstschatten in een museum ten toon te kunnen stellen in vervulling te zien gaan. Gelukkig waren er een aantal Workumers, Joop Beuker, Thijs de Vries, Eeuwe Riemersma en Piet Postma en namens de familie Janning Jo Harbers, en de dames Catharina de Boer-Witteveen en Alie Dijkstra-Nieuwland, die erin slaagden zijn wens te realiseren, zoals in de aanhef vermeld. Overigens waren de heren Riemersma, Harbers en Postma ruim dertig jaar het gezicht van het Museum. Sinds de in de aanhef genoemde datum hebben meer dan 60.000 bezoekers een kijkje in het museum genomen. Daarbij de kanttekening dat het museum enige jaren gesloten was in de jaren negentig tijdens de restauratie van kerk en pastorie, waar het museum in goed overleg met het parochiebestuur in is ondergebracht. Het eerste jaar, 1983, wisten 1403 bezoekers de weg naar het gloednieuwe museum te vinden. Een hoogtepunt vormde het jaar 1987 toen circa 4100 bezoekers de lange gangen - je hoorde de lange ‘rokken’ van de priesters nog bijna ruisen - en mooi ingerichte zalen van de voormalige pastorie een bezoek brachten.
Line 4: Line 5:
Sinds de in de aanhef genoemde datum hebben ruim 60.000 bezoekers een kijkje in het museum genomen. Daarbij de kanttekening dat het museum enige jaren gesloten was in de jaren negentig tijdens de restauratie van kerk en pastorie, waar het museum in goed overleg met het parochiebestuur in is ondergebracht. Het eerste jaar, 1983, wisten 1403 bezoekers de weg naar het gloednieuwe museum te vinden. Een hoogtepunt vormde het jaar 1987 toen circa 4100 bezoekers de lange gangen - je hoorde de lange ‘rokken’ van de priesters nog bijna ruisen - en mooi ingerichte zalen van de voormalige pastorie een bezoek brachten. Zoals overal elders minder bezoekers de museumdeuren binnentraden, heeft ook het Museum kerkelijke kunst zijn aandeel in de algehele malaise gehad en bleef de teller afgelopen jaar steken op 2000 visites.

Voor dit jaar heeft het Museumbestuur een wisselexpositie ingericht onder de titel ‘Behouden Vaert, onder zeil op hoop van zegen’. Centraal in deze tentoonstelling staan een aantal zeer fraai ‘gestoken’ hakkeborden van 18e eeuwse schepen afkomstig, waarop verhalen staan uitgebeiteld, die een bijbelverhaal – bijvoorbeeld het Oordeel van Salamo - als onderwerp hebben. Daarnaast is dit seizoen de Bulthuis-beeldencollectie in de schijnwerpers geplaatst. De beelden van deze scheepsbouwer en auto-didact kunstenaar sluiten aan bij het onderwerp, want ook hij vervaardigde beeldhouw- en snijwerk - meer specifiek - voor ronde en platbodems. Te zien tot half september op het Noard 173.

 . (jpdHzn)
(jpdHzn)

Op 30 maart 1983, nu meer dan dertig jaar geleden, richtten vanuit verschillende delen van de stad een aantal heren en dames hun schreden naar het grote statige herenhuis aan het Noard van voorheen de familie Gaastra, de koffie- en theehandelaren. Maar al enkele decennia had het huis de notaris van Workum woonruimte geboden en was er tevens zijn kantoor in gevestigd. Op die bewuste 30e maart, de naamdag van St. Quirinus, was notaris Fokke Tuinstra met zijn gezin de bewoner van het pand. De bezoekers vervoegden zich bij hem om het Museum kerkelijke kunst op het Noard daadwerkelijk op te richten en dat geschiedde middels het passeren van de oprichtingsacte. De toen opgerichte Stichting, die nog immer het Museum exploiteert, kreeg de naam van de initiator, pastoor Jan Hein Janning, priester in Workum, geboren op 15 juli 1914 in Nieuw-Schoonebeek. Een groot gedeelte van zijn werkzame leven verzamelde pastoor Janning kunstobjecten, die vooral te maken hadden met het R.K. geloof. En nadat hij in 1965 ‘onze’ pastoor was geworden kreeg ook het daadwerkelijke scheppingsvirus hem in de macht. Hij volgde een schriftelijke cursus Tekenen en Schilderen in Amsterdam, bij het Nederlandse ‘filiaal’ van de Amerikaanse (Westport Connecticut) Famous Artists School, waaraan o.a. Albert Dorne, Ben Stahl, Robert Fawcett, George Giusti, Fred Ludekens en de in Nederland vanwege zijn humoristische voorplaten van de Panorama bekende Norman Rockwell als oprichters/docenten waren verbonden. Honderden schilderijen - van de later landelijk als naïeve schilder bekendstaande pastoor - vervaardigde hij in zijn relatief korte kunstenaarsbestaan, want in 1980 overleed deze priester plotseling. Op zondag 18 mei, de dag van de heilige Efrem de Syriër, die naar verluidt de ‘uitvinder’ is van de kerkmuziek, kwam, terwijl hij net de klokken (!) van ‘zijn’ Werenfridus in werking had gesteld om de parochianen te herinneren aan - en op te roepen tot het bijwonen van - de zondagse eredienst, geheel onverwacht een einde aan het aardse bestaan van pastoor Janning. Hij mocht het niet beleven zijn al lang geuite wens om zijn verzameling (kerkelijke) kunstschatten in een museum ten toon te kunnen stellen in vervulling te zien gaan. Gelukkig waren er een aantal Workumers, Joop Beuker, Thijs de Vries, Eeuwe Riemersma en Piet Postma en namens de familie Janning Jo Harbers, en de dames Catharina de Boer-Witteveen en Alie Dijkstra-Nieuwland, die erin slaagden zijn wens te realiseren, zoals in de aanhef vermeld. Overigens waren de heren Riemersma, Harbers en Postma ruim dertig jaar het gezicht van het Museum.

Sinds de in de aanhef genoemde datum hebben meer dan 60.000 bezoekers een kijkje in het museum genomen. Daarbij de kanttekening dat het museum enige jaren gesloten was in de jaren negentig tijdens de restauratie van kerk en pastorie, waar het museum in goed overleg met het parochiebestuur in is ondergebracht. Het eerste jaar, 1983, wisten 1403 bezoekers de weg naar het gloednieuwe museum te vinden. Een hoogtepunt vormde het jaar 1987 toen circa 4100 bezoekers de lange gangen - je hoorde de lange ‘rokken’ van de priesters nog bijna ruisen - en mooi ingerichte zalen van de voormalige pastorie een bezoek brachten.

(jpdHzn)